Melanoom huidkanker is in recent onderzoek in verband gebracht met chronische lichte ontstekingen in het lichaam, vooral bij mensen met obesitas. Deze ontstekingen gecombineerd met blootstelling aan UVA-straling vergroten het risico op melanoom. Anders dan bij andere vormen van huidkanker, zoals basaalcel- of plaveiselcelcarcinoom, kan melanoom bij uitzaaiing dodelijk zijn. In dit artikel gaat dermatoloog Francis Wu verder op deze recente inzichten in.
5 tot 10% van de huidkankers is melanoom
Melanoom is een agressieve vorm van huidkanker en ontstaat in de pigmentcellen (melanosomen) van de opperhuid. En 5-10% van alle huidkankers betreft een melanoom. De gemiddelde leeftijd is 57 jaar, maar kan, weliswaar zeldzaam, ook bij jongeren voorkomen. Bij mannen komen melanomen vaker voor op de rug en bij vrouwen meer op de benen. Echter kunnen melanomen ook op plekken voorkomen waar de zon minder vaak komt zoals op slijmvliezen in de mond, op voetzolen, handpalmen en zelfs in het oog.
Oorzaken van melanoom
Vele weten dat ultraviolet (UV) licht huidkanker kan veroorzaken. Er zijn twee soorten stralen die het aardoppervlakte bereiken, 95% daarvan is UVA en 5% UVB.
UVA–stralen (320-400 nm) zijn de hele dag aanwezig, zo lang het licht is, en ook in een gelijke intensiteit. UVA-stralen gaan door wolken en glas heen. Hoewel de intensiteit van UVA–stralen minder is dan UVB, dringt het dieper in de huid door, tot zelfs in de lederheid (dermis).
UVB–straling (280-320 nm)  dringt tot in de oppervlakkige epidermis en is verantwoordelijk voor onze vitamine D productie. UVB heeft een gunstig effect op onze darmbacteriën en zorgt voor een trage en langduriger bruine tint.
A=aging, B=burn
Teveel UVB veroorzaakt roodheid, zonverbranding en op den duur ook huidveroudering en huidkanker. In tegenstelling tot UVA, dringt UVB niet door glas. UVB-stralen veroorzaken beschadiging in onze erfelijk materiaal, DNA, met huidkanker als gevolg op termijn.
Sun Protection Factor (SPF) beschermt alleen tegen UVB en niet tegen UVA.
Belangrijk: UVA – ezelbruggetje A voor aging. UVB – ezelsbruggetje B voor burn ofwel verbranding, maar ook voor bruining van de huid.
UVA–stralen worden onderschat, omdat je ze niet voelt!
Er zijn meer aanwijzingen dat UVA–stralen een belangrijker rol speelt in de ontwikkeling van huidkanker (Agar 2004). En in een experimentele studie zagen onderzoekers dat 325 nm, dat is in het UVA–spectrum, huidkanker veroorzaakte.
De schade die vrije radicalen aanrichten
In de dermis worden door UVA–stralen vrije radicalen gevormd. Dit voel je niet. Deze instabiele moleculen kunnen gezond weefsels beschadigen. In de lederheid beschadigen UVA–stralen elastine en collagene vezels, die voor de elasticiteit van de huid zorgen . Door aantasting ervan ontstaan dus rimpels. Daarnaast kunnen UVA–stralen op termijn ook pigmentvlekjes en huidkanker veroorzaken.
Dertig jaar lang beschermenden we onszelf alleen tegen UVB
Enkele studies toonde naan dat UVA, meer dan UVB–stralen, een belangrijke rol spelen in de ontwikkeling van melanoom. Terwijl de afgelopen dertig jaar vooral anti-zonnebrandproducten op de markt kwamen die tegen UVB beschermende niet tegen UVA. Dat is pas van recentere datum. Meer over UVA stralen
Handige weerapp op je mobiel
Maak gebruik van weerapps, die zonkracht oftewel UV-index aangegeven. Ook op de KNMI site vind je een widget die dagelijks, het hele jaar door de zonkracht aangeeft in Nederland. Â
Als regel kun je aanhouden dat een UV-index hoger dan 3 huidbeschadiging zal geven. De sterkte van de zonkracht wordt bepaalt door het seizoen, moment van de dag, de hoeveelheid bewolking, de hoeveelheid ozon, fijnstof en vocht in de lucht.
In Nederland is de UV–index in de zomerperiode tussen 6-7, met een uitschieter naar 8 en in de winterperiode is de index 0-1.
Resumerend:
- UVA–stralen zijn de hele jaar door gedurende daglicht aanwezig.
- UVA duidt geen SPF filter aan.
- UVB is het sterkst in de lente en zomerperiode.
- De SPF is gekoppeld aan UVB–straling.
- In Nederland is UVA–bescherming het hele jaar door zinvol omdat de sterkte niet seizoensgebonden is
- In de lente en zomer bescherm je je huid zowel UVA als UVB.
Wat zijn veilige zonnefilters? De GRASE zonnefilters….. (Generally Regardes As Safe and Effective)
Minerale zonnebrandfilters zoals zinkoxide en titaniumdioxide beschermen de huid tegen UVA– en UVB–stralen. Ze werken direct, en vallen in tegenstelling tot synthetische lichtabsorberende zonnefilters niet uiteen. Ze zijn fotostabiel, zoals dat heet. Ook irriteren ze de huid niet, en ze zijn veilig voor de natuur. De Food and Drug Administration in Amerika heeft heeft deze minerale filters als grase (generally regardes as safe and effective) benoemd.
- Lees hier alles over de GRASE keuring van de FDA voor zonnefilters
Een nieuw inzichtelijke stukje in de melanoom puzzel, de relatie tussen obesitas en melanoom.
De definitie van overgewicht is een Body Mass Index (BMI) van 25-30 en een BMI meer dan 30 is een ernstig overgewicht oftwel obesitas. Het berekenen van je BMI is het gewicht in kilo’s te delen door het kwadraat van de lengte in meters. Stel je weegt 85 kilo en je lengte is 1,70 meter. Dan is je BMI 85/(1,70×1,70) = 29,4.
In 2018 had 50,2% van de Nederlanders van 18 jaar en ouder matig of ernstig overgewicht. Overgewicht komt vaker voor bij mannen dan bij vrouwen. Bij obesitas (ernstig overgewicht) is dat andersom: meer vrouwen hebben obesitas dan mannen. In totaal heeft 15,0% van de Nederlanders van 18 jaar en ouder obesitas (bron: volksgezonheidenzorg).
Obesity studie
In 2009 was in de Lancet Oncology een Zweedse (SOS – Swedisch Obesity Study) studie gepubliceerd over de relatie tussen overgewicht en kanker. 2010 Personen met overgewicht, mannen met een BMI ≥ 34 en vrouwen BMI ≥ 38, ondergingen bariatrische chirurgie, verzamelnaam van verschillende chirurgische ingrepen met als doel gewicht reductie. 10 Jaar na ingreep ontdekte ze een significante kanker reductie bij vrouwen maar niet bij mannen.
In 2019 publiceerde de Zweedse SOS studie groep, nadat zij meer gegevens hadden verzameld een nieuwe publicatie. De participanten waren na 18.1 jaar bariatrische ingreep nog steeds afgevallen, gemiddeld 21.6 kg. De bariatrische groep hadden ten opzichte van de controle groep minder plaveiselcel carcinomen en melanomen. Met name melanomen was een reductie van 57% gezien.
Mogelijke verklaring hiervoor:
Obesitas leidt tot chronische systemische ontsteking in het lichaam. Dit is het resultaat van van de afgifte van ontstekingsbevorderende stoffen oftwel pro-inflammatoire cytokines. Dit leidt tot een chronische activering van je aangeboren immuunsysteem en bijdraagt aan de ontwikkeling of progressie van bepaalde aandoeningen zoals hart en vaatziekten, diabetes en hoge bloeddruk. Chronische systemische ontsteking kan ook tumorgroei bevorderen.
Verandering van je lifestyle zoals in de bariatrische chirurgische groep in combinatie met meer beweging en gezonder dieet hebben een gunstig effect op het lichaam.
Op naar een gezond 2020 en hopelijk een extra motivatie voor een goede voornemen.
Literatuur:
Sjöström L, Gummesson A, Sjöström CD, Narbro K, Peltonen M, Wedel H, Bengtsson C, Bouchard C, Carlsson B, Dahlgren S, Jacobson P, Karason K, Karlsson J, Larsson B, Lindroos AK, Lönroth H, Näslund I, Olbers T, Stenlöf K, Torgerson J, Carlsson LM; Swedish Obese Subjects Study. Effects of bariatric surgery on cancer incidence in obese patients in Sweden (Swedish Obese Subjects Study): a prospective, controlled intervention trial. Lancet Oncol. 2009 Jul;10(7):653-62.
Taube M, Peltonen M, Sjöholm K, Anveden Å, Andersson-Assarsson JC, Jacobson P,Svensson PA, Bergo MO, Carlsson LMS. Association of Bariatric Surgery With Skin Cancer Incidence in Adults With Obesity: A Nonrandomized Controlled Trial. JAMA Dermatol. 2019 Oct 30:1-7.
Moan JE, Baturaite Z, Dahlback A, Porojnicu AC. Ultraviolet radiation and cutaneous malignant melanoma. Adv Exp Med Biol. 2014;810:359-74.
Savoye I, Olsen CM, Whiteman DC, Bijon A, Wald L, Dartois L, Clavel-Chapelon F, Boutron-Ruault MC, Kvaskoff M. Patterns of Ultraviolet Radiation Exposure and Skin Cancer Risk: the E3N-SunExp Study. J Epidemiol. 2018 Jan 5;28(1):27-33.